CO₂ en de Buteyko-methode – meer dan een afvalstof
Iedereen leert op school dat onze cellen werken als kleine verbrandingsmotoren. Suiker en vet worden “verbrand” met zuurstof tot energie, en de uitlaatgassen daarvan zijn water en kooldioxide (CO₂). We ademen zuurstof in en ademen CO₂ weer uit. Zo lijkt CO₂ slechts een afvalstof – iets waar het lichaam vanaf wil. Toch laten de inzichten van de Buteyko-methode en moderne biochemie zien dat dit gas een subtielere en belangrijkere rol speelt in ons lichaam. CO₂ is niet alleen een bijproduct, maar ook een schakel in de regulatie van ademhaling, pH en stofwisseling.
De celmotor: brandstof erin, CO₂ eruit
In de biologieboeken wordt de citroenzuurcyclus – ook wel de TCA- of Krebs-cyclus genoemd – vaak afgebeeld als een ronddraaiende motor. Brandstofmoleculen, afbraakproducten van glucose en vet, leveren energie voor de cel, waarbij CO₂ vrijkomt. In dit klassieke beeld is CO₂ een restproduct van verbranding. Dat beeld klopt deels, maar is onvolledig. De citroenzuurcyclus is geen eenrichtingsverkeer, maar een kringloop. CO₂ verdwijnt niet zomaar: het maakt deel uit van een voortdurend evenwicht tussen afbraak en opbouw.
CO₂ als deelnemer in plaats van afvalstof
De Oekraïense biochemicus M.F. Gulyi beschreef in de jaren zeventig dat de concentratie van CO₂ invloed heeft op de richting van biochemische reacties in de cel. CO₂ kan zich binden aan andere moleculen – een proces dat carboxylering wordt genoemd. Zo kunnen cellen bepaalde bouwstenen van de citroenzuurcyclus aanvullen en hun stofwisseling in balans houden. CO₂ is daarmee niet alleen iets dat vrijkomt bij verbranding, maar ook een stille deelnemer in opbouwprocessen.
Reverse TCA: wanneer CO₂ de richting omkeert
Bij sommige micro-organismen verloopt de citroenzuurcyclus in omgekeerde richting: de zogeheten reverse TCA-cyclus. Daarbij wordt CO₂ niet uitgescheiden, maar juist gebruikt om nieuwe verbindingen te vormen. Bij mensen werkt deze cyclus niet volledig in omgekeerde richting, maar bepaalde delen kunnen wél tijdelijk die kant op bewegen. Enzymen zoals pyruvaatcarboxylase, malatenzym en isocitraat-dehydrogenase zijn in staat om onder specifieke omstandigheden CO₂ vast te leggen. Zo ontstaat een subtiel evenwicht waarin CO₂ ook in het menselijk lichaam kan fungeren als bouwsteen voor herstel en biosynthese.
Enzymen die CO₂ kunnen vastleggen of vrijmaken
In onze cellen werken verschillende kleine “hulpstofjes”, enzymen genoemd. Drie daarvan spelen een belangrijke rol bij het evenwicht tussen afbraak en opbouw. Ze kunnen, afhankelijk van de omstandigheden in de cel, CO₂ afgeven of juist gebruiken om nieuwe stoffen te maken.
Pyruvaatcarboxylase (PC)
Dit enzym zorgt dat het lichaam gebruikte brandstof weer kan omzetten in nieuwe bouwstenen. Het gebruikt CO₂ om een tussenstof aan te vullen die de citroenzuurcyclus nodig heeft om goed te blijven draaien. Dat gebeurt vooral in organen die energie opslaan of herstellen, zoals de lever.
Malatenzym (ME)
Dit enzym helpt bij het schakelen tussen verbranding en herstel. Het kan CO₂ afgeven of opnemen, afhankelijk van wat de cel nodig heeft. Tegelijk maakt het een stof aan (NADPH) die belangrijk is voor herstel, groei en bescherming tegen stress.
Isocitraatdehydrogenase (IDH)
Dit enzym bepaalt of de cel vooral energie verbruikt of juist nieuwe stoffen opbouwt. Bij veel activiteit komt CO₂ vrij, bij rust kan de reactie omdraaien en CO₂ opnemen. Zo helpt het lichaam te herstellen als er minder energie wordt gevraagd.
Samen zorgen deze enzymen ervoor dat CO₂ niet alleen iets is dat we uitademen, maar ook een bouwsteen waarmee het lichaam zichzelf kan onderhouden en vernieuwen. Recente publicaties, zoals die van Kang (2021), tonen dat dezelfde enzymen – pyruvaatcarboxylase, malatenzym en isocitraat-dehydrogenase – ook bij mensen betrokken zijn bij herstel, oxidatieve balans en celvernieuwing.
CO₂ en pH: de stille thermostaat van de cel
CO₂ speelt ook een belangrijke rol in het zuur-base-evenwicht van het lichaam. In water reageert het met H₂O tot koolzuur (H₂CO₃), dat in evenwicht staat met bicarbonaat (HCO₃⁻). Deze reactie vormt de basis van het bicarbonaatsysteem dat de zuurgraad (pH) van bloed en cellen stabiliseert. Enzymen zijn gevoelig voor kleine veranderingen in pH; daardoor werkt CO₂ als een interne thermostaat die de snelheid van biochemische processen beïnvloedt. Wanneer langdurig te veel CO₂ wordt uitgeademd – bijvoorbeeld door stress of een snelle ademhaling – daalt de CO₂-spanning. Het lichaam compenseert dat via buffers, maar deze aanpassing kost energie en kan de ionenbalans beïnvloeden.
Wanneer CO₂ en pH uit balans raken
Het lichaam werkt het best binnen een nauw bereik van CO₂ en pH. Wanneer we langere tijd te diep ademen – bijvoorbeeld door stress of spanning – verliezen we meer CO₂ dan gezond is. De pH in het bloed stijgt dan licht, waardoor het evenwicht in de cellen verschuift. Om dat te compenseren, gebruikt het lichaam zijn buffers: bicarbonaat, mineralen zoals calcium en magnesium, en zelfs eiwitgroepen die tijdelijk zuren of basen kunnen binden. Zo blijft de pH op papier stabiel, maar dit proces kost energie en grondstoffen. Wanneer de ademhaling weer rustiger wordt, kan het systeem herstellen: CO₂ stijgt tot een gezonder niveau en de buffers krijgen tijd om zich aan te vullen.
Verbranden of opbouwen
In elke cel speelt zich voortdurend een subtiel evenwicht af tussen verbranding en opbouw. Wanneer we veel energie vragen – door stress, haast of inspanning – draait de citroenzuurcyclus in de verbrandingsrichting. CO₂ komt vrij, pH stijgt licht, en het lichaam leeft even op zijn reserves. Zodra we vertragen en rustiger ademen, verschuift het systeem vanzelf: CO₂ stijgt tot een gezonder niveau, enzymen schakelen over op herstel en biosynthese. Zo bepaalt niet alleen wat we eten, maar ook hoe we ademen, of ons lichaam vooral energie verbrandt of zichzelf opbouwt.
Bicarbonaat: de brug tussen ademhaling en stofwisseling
Bicarbonaat vormt samen met CO₂ een directe verbinding tussen ademhaling en stofwisseling. Bij elke ademhaling verschuift dit evenwicht, waardoor het lichaam voortdurend zijn interne balans bijstelt. De ademhaling beïnvloedt zo niet alleen de gasuitwisseling in de longen, maar ook de biochemische ritmes in de cel.
Conclusie
CO₂ is geen afvalstof, maar een actieve schakel in de regulatie van ademhaling en stofwisseling. Onderzoek van Gulyi (1978) en de inzichten van Buteyko (1990) tonen hoe nauw ademhaling, pH-evenwicht en celstofwisseling met elkaar verbonden zijn. Het verminderen van de ademdiepte door ontspanning van het middenrif ondersteunt het natuurlijke ritme waarin CO₂ niet wordt verdrongen, maar meebeweegt als stille bondgenoot van balans en herstel. Met de Buteyko-methode en eenvoudige leefstijlaanpassingen ondersteunen wij dit natuurlijke evenwicht en het zelfherstellend vermogen van het lichaam.
Bronnen:
- Гулый, М. Ф., & Мельничук, Д. Л. (1978). Роль углекислоты в регуляции обмена веществ у гетеротрофных организмов. Киев : Наукова думка.
- Бутейко, К. П. (1990). Метод Бутейко: Опыт внедрения в медицинскую практику. Сборник / Сост. К. П. Бутейко. Москва : Патриот.Kang, S.-W., Park, S.-J.,
- Kim, J.-H., & Lee, H.-S. (2021). Emerging role of TCA cycle-related enzymes in human diseases. International Journal of Molecular Sciences, 22(3), 1341.




